Rose Vandewalle de terugkeer van eline rausenberger
De terugkeer van Eline Rausenberger Memoires uitgevoerd met fijn penseel Als titel van een interview dat ik anno 1989 voor het tijdschrift Gierik & NVT had met Eline Rausenberger, koos ik voor Schilderen aan haar memoires. Dit leek me precies waar Eline al die tijd mee bezig was geweest, tot ze plots van het toneel verdween. Bleek dat ze was verhuisd naar Caylus (Tarn et Garonne) in Frankrijk. Jaren later kwam er nog wel een grote, bijzonder mooie tentoonstelling van haar werk op de Place de la Marie in Caylus, maar wellicht wisselde de bevolking haar ‘mémoires’ makkelijker uit in de plaatselijke Tabac. In 2013 stuurt Eline me vanuit Rome een afbeelding van Leonardo’s L’Uomo Vitruviano. ‘Een schitterende tentoonstelling’, deelt ze me mee en zijdelings voegt ze hieraan toe: ‘Wat me eveneens veel plezier doet, is te horen dat het kleine theatercafé van Dominot niet zal worden opgedoekt’. De sfeer van dit geweldige café had ze twee jaar tevoren namelijk al eens vastgelegd in een gouache, opgenomen in Eline Rausenberger, kunstboek in opdracht van Gallery Sofie Van de Velde uitgebracht door Out of Paper Publishing (wat een geweldige naam!) en dit ter gelegenheid van de overzichtstentoonstelling van deze Antwerpse artieste. Op de achterkant van de uitnodiging staat onder de naam van de artieste in italic: Où est Eline? Dit bleek immers de vraag die galeriehoudster Sofie Van de Velde zich al een hele tijd stelde, vooraleer ze er achter kwam dat Eline verhuisd was naar Frankrijk, meer bepaald naar Caylus in de Tarn et Garonne. Eens ze daarvan op de hoogte was, is ze Eline meteen gaan opzoeken met als gevolg dat er adspraken werden gemaakt voor een tentoonstelling. Eline groeide op in een artiestiek zij het vrij burgerlijk milieu. Haar moeder was de, vooral in Antwerpen en omgeving, gekende schilderes Irène Bataille. Ook haar vader Georges Rausenberger schilderde onder schuilnaam namelijk Georoy. Eline volgde geen academie, tekende en schilderde evenwel al van toen ze een jaar of vier was en werd hierbij aangemoedigd door beide ouders. Het was evenwel als autodidacte dat ze toen ze zes en twintig was, samen met haar man, schilder en beeldhouwer Jacques Vandewalle, een staatsbeurs won voor een éénjarig verblijf in Cité des Arts te Parijs. Een jaar later ontving ze de Eerste Prijs Vlaamse Schilderkunst. Het kunstenaarskoppel bewoonde lange tijd een huisje behorend tot het Antwerpse Begijnhof, kant Ossenmarkt. Met verloop van tijd exposeerde Eline Rausenberger in nogal wat galerijen doorheen Vlaanderen, met onder meer een overzichtstentoonstelling bij Campo en een indrukwekkende tentoonstelling van haar door India geïnspireerde werk in de Arenberg, maar evengoed stelde ze tentoon in kleinere sprankelende galerijen zoals Spectrum en VECU, thuishaven van de dichtersgroep Pink Poets en dichterscafé bij uitstek. Nic van Bruggen, oprichter van ‘de VECU’ (Vereniging voor Europese Culturele Uitwisseling, nvdr) fungeerde trouwens vaker als inleider op Elines vernissages. Het was een jeugddroom van Eline om ooit in India te geraken. In 1987 werd haar die kans geboden. Maar al snel van de kaart vanwege de schrijnende armoede aldaar, diende ze vervroegd terug te keren. Toen ze na verloop van tijd opnieuw die kans kreeg, greep ze deze aan met beide handen, wat resulteerde in een indrukwekkende reeks straatscènes, geïnspireerd op het dagelijkse leven in Bombay, Delhi, Benares en Calcutta. Later zou dit India werk in de Arenberg worden tentoongesteld en mèt succes. Reizen deden Eline en Jacques vaker zo onder meer naar Martinique en Guadeloupe en telkens wist Eline via haar gouaches de couleur locale wonderwel weer te geven. Dat ging dan onder meer om een bezoek aan het Parijse luxerestaurant Chez Maxim’s, of om een paardenwedren in Neuilly-sur-Seine of nog een bloemenmarkt… het ging haar vooral om ambiance, schoonheid en kleur. En dan zijn er de cafés die ze aandeed en waarvan ze de sfeer vastlegde in gouaches, zoals café De Prins in Amsterdam (1972) of Den Engel aan de Grote Markt in Antwerpen (1969) en vooral dan om haar geliefde kroeg De Kat. Ernaast waren er ook de jazzfestivals, optredens van Jacques Brel of Leo Ferré, de demonstraties zoals die ene grote vredesdemonstratie in Parijs die ze neerzette on de titel The dream of a peaceful demonstration (2008-2009), vol vlaggen en borden. Op rode vlaggen schildert ze poëticale boodschappen van dichters als Paul Eluard (Un homme plus un homme / un peuple plus un peuple / et c’est l’humanité) of van Martin Luther King, hier voor de gelegenheid omgezet in het Frans: J’ai eu un rêve, que mes enfants vivront un jour dans un pays où ils ne seront plus jugés pour la couleur de leur peau ou de leur handicap, mais pour leur personalité’ of nog ‘J’écris tot nom, Liberté / Je suis né pour te connaître, pour te nommer – Liberté…’ Rose Vandewalle Dit artikel verscheen in De Auteur, driemaandelijks tijdschrift van de Vereiging van Vlaamse Letterkundigen vzw (VVL), juni-september 2024. De gepubliceerde versie kunt u hier in pdf formaat openen.
© Het Stille Pand (2006-2024) 
in het Antwerpse Begijnhof © Eline Rausenberger
India, straatscène (detail) © Eline Rausenberger
foto’s: Vera Seppion