Ochtend in Hoboken. Het licht komt me weer tegen, het licht
van langgerekte dagen aan de vijver nabij Lawrence Hall.
O, terug acht in het weeshuis van Chicago!
(Mijn Cherokee daddie had zich dood gedronken aan acid,
het tergende spotten omwille van afkomst kotsbeu.)
Alle tijd van de wereld. Ik en de boys maken nooit plannen,
alles overkomt ons vanzelf, net zoals wij hier op een dag
als vanzelf werden gedropt. Het is een stilzwijgend verbond:
miserie verzuipen we gezamenlijk aan deze heimelijke plas
te midden de bossen. Al onze zinnen op scherp.
Alle schakeringen van groen omcirkelen een open plek waar wolken
water raken, roze sluiers door de wind worden aangevoerd.
Ik hoor weer de geluiden van toen: het gezang van koperwiek en kolibrie
vermengd met onze hoge jongensstemmen en bij het duiken,
het breken en spatten van water. Wij, op zoek naar waterschildpadden.
Voor even weer acht in het weeshuis, maar door het schreeuwen
van meeuwen kom ik weer bij. Winter in Hoboken.
Mist vat me meteen bij de kraag. Zonderling als hij is, klampt hij me aan,
dempt klanken en kleuren. Mensen haasten zich voort, verkleumd
en verzonken diep in zichzelf. Het is het ingehoudene dat me hier treft:
van het licht dat nauwelijks kleur bekent, van de duif op de tak in de nevel,
van niets dat nog roert, van klank die we benoemen maar toch vreemd
in de oren blijft kaatsen en, een keer de zon dan toch doorbreekt,
het schuiven van licht en van schaduw. Het is mijn hart dat hier wordt geraakt.
Het onbeschrijflijke van jaren en jaren.
Tony Mafia wenst niet dat er een biografie over hem geschreven wordt: wat interessant is, is het werk en niet de man, stelt hij. De vraag is: wat kan biografie toevoegen aan het schilderij?
Het zou interessant kunnen zijn te weten dat Tony Mafia in 1931 geboren werd in de Verenigde Staten van Amerika. Het zou legitiem kunnen zijn dat het belangrijk is dat hij van gemengd Europese en
Indiaanse afkomst is, dat zijn moeder bijzonder mooi was en sprak met zachte, melodieuze stem en dat zijn vader zich van het leven beroofde. Dit leidde ertoe dat hij in een home werd opgevoed en dat
hij de school vond die hem zijn eerste beurs gaf toen hij acht jaar oud was en opnieuw toen hij er negen was, voor het Chicago Art Institute.
*
Is de rest belangrijk?
Het feit dat Tony de aarde heeft omgezworven en de zeeën bevaren als zeeman. Dat hij zo beïnvloed werd door het verre oosten, dat hij werkte en leefde op het hele Amerikaanse continent,
kunstenaars ontmoette, hoeren, gewone mensen, Europa ontdekte, El Greco, rijst plantte in China. Is dat allemaal essentieel voor het begrijpen van zijn werk? Van val tot succes, van rijk tot weer arm,
zijn die feiten nodig? Of zijn het fragmenten fictie voor de kijker om van te dromen?
Wanneer men de kracht ziet van zijn schilderijen, moet men dan weten van het zwakke hart en de pijn in zijn hele lijf, de ogen vol vuur, het temperament? Of projecteert de kunstliefhebber haar/zijn
ideeën over genialiteit, hoe een genie moet zijn en leven op het harde interessante leven dat Tony Mafia schildert en leeft. Hij reist zijn eigen esthetische maan achterna, schildert solide, duurzame
werken, aanvaardt de gegevenheden van het toeval als hij er schoonheid in vindt.
Wetend wat avontuur is, wachtend op het gebeuren van het onverwachte, in zijn hart nog steeds onderweg, maar vermoeider nu, leeft hij in de mooie woestijn van Chloride, Arizona en in Hoboken
(Antwerpen) in België, omgeven door fabrieken en vriendelijke gemakkelijkheid. En hij gaat door, speelt muziek, schrijft, schildert, reikend, zijn gevoelens uitdrukkend, zijn gedachten en leven, op zoek
naar “gewicht” in de tinten en toetsen van zijn verf. Zijn werk is niet alleen maar concrete schoonheid, want dat is niet alles waar het leven om gaat. Stralendheid, maar ook de donkere gevoelens van
woede en wanhoop vinden uitdrukking op het doek.
Met hun verdiepte visie zijn de schilderijen van Tony Mafia gedichten in kleur en vorm, de evenwichtsoefening van zijn leven, zijn schoonheid.
Annmarie Sauer
april 1997 - London-Antwerpen-Straatsburg