Uit Laat de klok met rust, met tekeningen van Karel Roelants.
Fingerprint Productions, Eindhoven, 1986.
11
Allen zijn ze heengegaan, hebben voor goed het huis
verlaten. Wat overbleef aan tastbaars wikkelden ze
in krantenpapier, stapelden ze op in dozen, kisten,
verhuiswagens. Eén voor één trokken ze de deur achter
zich dicht, schudden ze gisteren van hun schouders.
Enkel ik blijf nog achter, schim onder de schimmen.
Blijft ook de druivelaar vol winter met het
scheefgezakte merelnest. Vereeuwigd het geschreeuw
van meeuwen. Blijft tot slot de mist. Mist palmt nu
voor goed dit huis in, dringt er naar binnen.
Reeds kan ik niet meer door mijn ogen zien.