Rose Vandewalle
rimpels
Twee miniatuur-uitgaafjes van Dodopers nr. 2018/5.
Beste Sinterklaas,
Ik ben een oud meisje van acht en negentig. Als u naar Avondvrede komt,
zal
u me dan niet vergeten? Ik lig hier maar de godganse dag te staren naar
het
plafond. Soms vraag ik me af of ik nog leef en soms zou ik liever hebben
dat
Zwarte Piet me voorgoed kwam halen. Dat is niet altijd zo, want af en toe
krijg ik nog bezoek en dan ben ik bij pozen zo blij dat ik buiten adem raak,
maar na een uurtje gaat mijn bezoek weer weg en dan begin het opnieuw.
De
afzondering. Het wachten. Uren en uren aan een stuk. Ik weet niet meer
waar
ik ben en wie ik ben, vergeet hoe ik mijn mond moet open doen. Men haalt
mijn eten dan gewoon weer weg en zegt dat ik niet meer wil en ik blijf
liggen
met alweer dat knagend gevoel. Ik de verte hoor ik soms klanken, stemmen
van mensen die langskomen, soms hoor ik ook kleine kinderen die ik graag
eens zou vastpakken maar ze komen jammer genoeg nooit tot bij mijn deur.
Allen stoppen aan de lift, verdwijnen in dat gat. Sinterklaas, ik vraag u
geen speelgoed, enkel maar een stukje chocola, een beetje marsepein maar
asjeblieft kom me af en toe eens uit dat bed halen, zet me rechtop in zo’n
stoel
zodat ik door het raam kan kijken. Dat ik kan zien of er nog bomen zijn en
wolken. En dat ik eindelijk weer eens de zon op mijn huid kan voelen. Laat
me gewoon mens zijn. Ik ben geen plant. Ik sterf van eenzaamheid.
Uw Angèleke
helleveeg rotwijf
waarom roep je zo tegen mijn moeder
die half blind is maar bijlange niet doof
waarom spreek je haar aan als was ze een kleuter
ook al is ze de negentig voorbij
waarom kwak je haar neer in haar stoel
en pin je haar vast voor de rest van de dag
je doet alsof het je kind is dat stout is
en wreekt je op haar voor al wat fout met je ging
ze heeft haar kroost op handen gedragen
ooit was ze ons brood ons geloof
armen altijd wijd open
dat is lang geleden
en ik was het vergeten
maar nu komt het met wassende golven terug
mijn beurt nu om haar aan te halen
ook al is ze oud en dement
als je beweert dat ze een plant is
dan wel een met sensoren
raak haar niet aan
ik haat je, jij roeper, jij ros
achter je glimlach schuilt wreedheid
je gebruikt macht maar besef dat
je orders afschampen op muren
de bewoners verliezen hierbij nogmaals
het noorden want jij zegt schatje
en wurgt hen in je omarming