Rose Vandewalle tengo miedo, garcia
je oog glimmend van guitigheid je lippen kier van plezier terwijl in de palm van je hand je vingers bekokstoven wat ze zullen gaan uitspoken van zottigheid lijkt je ene been wel zoek geraakt voor hetzelfde geld trek je jouw jurk nog over je kop immers alles kan men van jou verwachten zoals je daar staat alleen en onbevreesd klaar voor de bühne Zelden spraken ze elkaar aan bij de voornaam vermeden elk woord dat met de tijd schel of te hol zou gaan klinken jaren gingen voorbij toen voor het eerst hij haar kindje ging noemen alsof ze zo klein nog en teer met iets van buiging in zijn stem van hapering, beducht voor het afscheid dat hoe dan ook naderbij kwam Altijd in mei nota bene ter gelegenheid van Corpus Christi gaan geweersalvo’s af in Granada verontrust repliceren de muren en schreeuwen het uit verzet u tegen de behoudsgezinde klasse verzet u tegen het geweld weg met de machthebbers en politiekers aan de galg okupa, staat er zwart op wit ataca al capital en lucha Tengo miedo, Garcia! Precies om vijf uur na de middag beginnen in koor de kerkklokken te luiden de ene schijnbaar goedmoedig de andere zoals die van de kathedraal ongelijkmatig en moeizaam tegen de avond en om af te sluiten klinkklanken tenslotte de klokken van de Sra de las Angustias alsof nooit iets is gebeurd gelaarsd en gespoord stromen de gelovigen via de Manuel del Paso naar binnen zingen uit volle borst tot hun redder en behoeder van de conservatie om bij het verlaten van het godshuis achteloos wat nikkel te werpen in de schoot van de zigeunerin gehurkt in het portaal Tengo miedo, Garcia
© Het Stille Pand (2006-2024) 